Hierbij wordt een bloeddruk meter aangelegd met ingebouwde computer, die de meetresultaten bijhoudt over 24 uur, dus ook wanneer men slaapt. ’s Morgens wordt de meter aangelegd bij de huisarts of in het ziekenhuis en de volgende dag wordt de meter terug losgekoppeld. De huisarts of hartspecialist beoordeelt aan de hand van de resultaten of de behandeling van de bloeddruk moet worden bijgestuurd. De oogarts beoordeelt wat de kans is dat de vastgestelde evolutie van het oog het gevolg is van de afwijkingen van de bloeddruk. Indien de metingen duidelijk afwijkend zijn is het belangrijk na aanpassen van de behandeling het onderzoek te herhalen. Dit onderzoek is weinig belastend voor de patiënt en geeft de arts een beter overzicht van de bloeddrukwaarden.
De oogarts heeft dit onderzoek vooral nodig bij patiënten met normotensief glaucoom maar ook bij andere types van glaucoom waarbij de oogdrukken aanvaardbaar zijn maar er toch achteruitgang van oogzenuw en/of gezichtsveld wordt vastgesteld.